dinsdag 25 november 2008

Van Iguazu naar Colonia Carlos Pellegrini 20 – 21 november

Donderdag de 20e. Na drie heerlijke dagen Iguazu gaan we om negen uur naar het busstation om een reis met drie bussen (waarvan één besproken) naar Colonia Carlos Pellegrini te beginnen.
Morgenmiddag zullen we als alles loopt zoals we willen, aankomen in een prachtig natuurreservaat. Dan hebben we het volgende gereisd en gedaan:
- dagbusreis van 4 uur Iguazu – St. Ignacio
- een bezoek aan de ruïnes van de Jezuïeten Missie in Sint Ignatio Mini
- een uur bussen naar Posadas en daar 8 uur verblijven
- een busreis van 2 tot 6 uur in de nacht van 20 op 21 van Posadas naar Corrientes
- idem een reis van ongeveer 4 uur van Corrientes naar Mercedes
- een reis rond de middag van 21 nov. van Mercedes naar Pellegrini van drie uur
Totaal 16 uur reizen.
St. Ignacio Mini
De bus naar St. Ignatio Mini is een reguliere bus, waar je niet voor hoeft te bespreken. Om even na tweëen komen we aan in het dorpje dat uit enkele straten bestaat en gaan naar de best bewaard gebleven ruïnes van missie posten van de Jezuïten in dit deel van Zuid Amerika. We zouden er niet heen gegeaan zijn als Clara ons niet had bezworen daar even te gaan kijken. Het was zeer de moeite waard. Niet zomaar een klein stukjevan een kerk, maar resten van een groot complex met een mooi verhaal erachter.
San Ignacio Mini is een van de vele misiones (de naam van de provincie waar we deze dagen zijn is zelfs “Misiones”).
In het begin van de 17e eeuw (1610) kwamen de Jezuïeten naar deze regio – het grensgebied van Argentinië, Paraguy en Brazilië. De oorspronkelijke bevolking moest natuurlijk gekerstend worden. De Jezuïeten gebruikten daarvoor de zogenaamde reductie-strategie. Zij stichtten reducties, gemeenschappen waar de indigenous people – de Guarini – samen met hen konden leven. Deze Guarini Indianan woonden reeds met elkaar samen en bebouwden land in cöoperatieve vorm (later genoemd het land van God), naast dat iedere man een eigen stuk land had. Door samen met de Jezuïeten te gaan wonen had voor beide partijen voordelen.
De oorspronkelijke bewoners werden door de Portugese Bandelieros en door Spanjaarden die de Indianan nodig hadden voor de plantages. Zij kregen nu bescherming en scholing. De Jezuïeten sloten aan bij de oorspronkelijke vorm van wonen en gebruikten de kunstvorm muziek die de Guarini erg aanspreekt. Ze sloten ook aan bij de vakbekwaamheid van de Guarini op het gebied van ijzer smeden en houtwerk. De Guarini waren verder het schilderen zowel als het beeldhouwen meester. Een reductie is een groot dorp, waar volgens een strakke hiërarchie de bevolking en de Jezuïten woonden en werkten. Mannen en vrouwen participeerden in de religieuze taken. Er ontstond een mengvorm, er werd bij de religie van de Guarini aangesloten. Beelden en kunstvormen bv. waren de katholieke, maar met met felle kleuren beschilderd. De Guarini kennen de aarde, lucht, water en vuur. Alles wat groeit is van één God afkomstig en dat bleef men geloven.
Zo ontstond een soort symbiose: de Indianan warden door de Jezuïeten beschermd en de Jezuïeten konden het geloof onder hen verspreiden. In genoemde regio werden op deze wijze ca 30 steden, met 90.000 inwoners gesticht. Het geheel werkte goed zoals we lezen.
De Portugezen en Spanjaarden kwamen hierdoor in dit gebied niet aan hun trekken van slaven handel etc en wisten via de Koning Juan III te bewerkstelligen dat de Jezuïeten niet meer naar dit gebied mochten komen. In 1746 werd dit verboden. De Jezuïeten verzetten zich, maar moesten zich toch terug trekken. Het werk dat zij hadden opgebouwd werd te niet gedaan. De reducties werden verlaten en vernietigd.
Onder een stralende hemel bekijken we de resten van dit grote complex: resten van woningen voor Jezuïeten en Guarinis, een grote kerk, een hospital, crematorium en een klooster voor de Jezuieten met eetzaal etc. erbij. De fotos geven de ingang van de kathedraal en daarnaast een foto van een soort kievit aan het broeden die we bij een van de woonkomplexen vinden. Interessant.

Posadas, Corrientes, Mercedes en Colonia Carlos Pellegrini.
Om vijf uur vertrekt de bus naar Posadas, waar we met een uurtje zijn.
We haden ons geen idee gevormd hoe we de tijd van het wachten op de nachtbus zouden doorbrengen. Er gaat een bus naar het centrum die we nemen. Hij maakt nogal wat slingers en zo krijgen we een groot deel van Posadas te zien. Over het algemeen redelijk oud, soms vervallen, soms ook juist aardig opgeknapt.
In het centrum is een kathedraal van afschuwelijke Latijns-Amerikaanse architectuur. Net een lego-kerk noemt Kees het. We drinken wat rond het plein van de 9e juli – het stadshart – en lopen dan naar de promenade langs de Rio Panará. Het is een prachtige promenade en heel mooi avondlicht. Aan de overkant van de rivier zien we de stad Encarnación in Paraguay zonbeschenen liggen. We wandelen een eind, zitten op een hoog terras en gaan dan per taxi terug naar het plein waar we begonnen voor een grote biefstuk.
Dan naar de bus die ons om 11 uur op het busstation brengt.
In korte tijd hebben we de stad voldoende gezien. Op het museum na dat natuurlijk dicht is. Het schijnt een mooie verzameling van de geologie van de streek te hebben.
Slapen, lezen en computeren op de banken van het station tot de weer luxe bus vertrekt. Dan gaat het snel. We slapen lekker in de bus, komen om 06:10 in Corrientes aan, Geer als eerste bus uit, Kees naar baggage. De bus naar Mercedes staat op weggaan; ze zullen heel even wachten. Een minuut later gaat de deur achter ons dicht en zijn we op weg naar Mercedes.
In Mercedes zijn we twee uur kijken wat rond niet veel te zien en om 12:00 vertrekt de minibus naar Pellegrine ca 120 km waar we bijna vier uur over doen. Eerst in Mercedes de andere passagiers ophalen en vervolgens drie uur over een verhardde weg naar Pellegrini.
Het landschap
Het landschap komt direct vanaf Corrientes tot Pellegrini als bijzonder over.
Tijdens deze ca 400 km lange weg is het landschap geheel vlak, geen heuveltje te bekennen. Wel regelmatig een plukje bomen voor de rest gras met hier en daar een poel. Vele koeien en later ook wat paarden. Het lijkt op Friesland. Alleen de boerderijen, de sloten en de meren zijn vergeten.
De weg is geheel afgezet met draad om te voorkomen dat er koeien de weg opgaan en af en toe staat er een hek bij dat draad met een naam erop, maar de range moet vrij ver weg liggen misscien tussen een groepje bomen dat we verderop waarnemen. Grasland gaat over in stukken moeras. De koeien en paarden weten dat goed te scheiden lijkt het.
De aarde is niet meer rood, maar gewoon grijs zoals wij die kennen.

Geen opmerkingen: