maandag 15 december 2008

Woensdag 10 december –vrijdag 12 december: Van San Pedro naar Uyuni: in drie dagen via zuidwest Bolivia en de zoutvlakte Salar de Uyuni

Woensdag 10 december.
We vertrekken om 08:00 uur vanaf San Pedro naar de grens van Bolivia. De rijtijd naar de grens is 1 uur, eerst vrij ver richting Argentinië en vervolgens ca 5 km over een verharde weg naar het noorden en daar dient Bolivia zich aan. Immigratie en dounane gaan heel soepel. We waren met z’n tienen in een minibus en wisselen bij de grens naar een Boliviaanse 4wd. Toyota Land Cruiser. Drie koppels gaan in de ene landrover en Geer en ik in de andere samen met een Japans koppel uit Osaka (beiden 31 jaar) die juist vorige week zijn getrouwd en op huwelijksreis zijn.
Zij vragen of de baggage die keurig binnenin de auto past toch op het dak mag en of zij samen op de achter bank kunnen zitten (achter de chauffeur zijn twee banken als de baggage op het dak gaat), waardoor wij de stoel naast de chauffeur nemen en een achter de chauffeur en veel ruimte hebben voor water en het kleine rugzakje. Prima wat ons betreft.
De grensovergang ligt iets onder pas de Jama. Nu steken we Bolivia in op 4850 meter. We krijgen nog een ontbijt met heerlijk harde broodjes met kaas, ham of jam en als dranken koffie of thee of chocolade melk van Nestle.
We komen deze dag niet meer onder de 4200 meter en slapen op 4400 meter bij de Lagune Colorado die voor een deel geweldig mooi rood is gekleurd. Het schijnt een continue soort algenbloei te zijn.
Tevens realiseren we ons dat we onder de zon doorgaan, dwz dat we nu de zon weer ten zuiden van ons krijgen.

Maar hoe verliep de dag?
Niet ver van de immigratie post komen we bij Laguna Blanca en gaan het Eduardo Avaroa National Andean Wildlife Reserve in. Hoe beschrijven we alles wat we vandaag zien? Het is weer allemaal anders. De lagune ligt aan de oostkant van de vulkaan Licancahur,de vulkaan die San Pedro zo aan de oostkant domineerde, en aan de noordoost kant staat een andere vulkaan. Prachtig, het witte water wordt door het fel witte zout aan de oevers omringd. En dan weer heel veel flamingo’s die hun maaltijd verzamelen. De chauffeur-gids Sandros vertelt dat het hier geen zout is maar Borax. Het is even bijna windstil en de vulkaan reflecteert prachtig op het meer. We lopen een stukje langs het meer en de 4wd rijdt een paar honderd meter door. Heerlijk om zo de omgeving binnen te laten komen en in je op te nemen. Dit blijven we doen bij al de verdere stops. Nadat driemaal bij Laguna Blanca te hebben gestopt en gelopen, rijden we door en komen over een rug heen en daar ligt Laguna Verte, geweldig fel groen gekleurd, nog steeds aan de voet van de vulkaan Licancahur. De wind is gaan waaien en op het meer staan mooie golfjes.
Bij het zien van het meer klonken plotseling opgewonden geluiden van onze Japanse mede reizigers zij konden hun enthousiasme over wat ze zagen niet verder onderdrukken.
We stoppen vrij snel en laten de 4wd doorrijden. Onze Japanse mede passagiers trokken t-shirts over hun hemden aan met een foto van hen tweëen erop voor een kersenbloesemboom die in het voorjaar was gemaakt en die zij tijdens hun trouwen hadden gekregen van vrienden met de opdracht: laat een aantal foto’s maken tijdens jullie huwelijks reis waar jullie met deze t-shirts opstaan.


Laguna Verte met de vulkaan Licancahur op de achtergrond
De tocht gaat verder.
We hebben prachtige vergezichten met de zon die op de bergen/ vulkanen schijnt.


We komen nogmaals langs een grote zoutvlakte met een stuk open water met natuurlijk weer de flamingo’s. We komen bij een thermisch bad met een water temperatuur van ca 38 graden. Dit keer besluiten we toe te geven en nemen we ook een bad op 4370 meter hoogte. Grappig zo tussen het zout /borax dat precies op sneeuw lijkt.

Dan gaan we naar geisers die nu meer bubbelende modderbaden zijn die sputteren en sissen dan spuitende fonteinen die we bij Tatio, San Pedro gezien hadden. Het ruikt behoorlijk naar sulfiet. Met soms openingen die op mini vulkanen lijken.

Het lijkt net een vulkaan mondje waar Geer bijstaat
En dan komen we bij de lagune Colorado na 230 km waar we de nacht zullen doorbrengen in een eenvoudig optrekje zonder douche; alleen koud water en samen met het Japanse koppel slapen we op een kamer. Of ze dit wisten toen ze de reis bespraken, vragen we maar niet.
Het is drie uur Boliviaanse tijd en vier uur Chileense tijd, dus we hebben wel trek.
Het stormt, wij maken nog een behoorlijk wandeling richting meer en testen de warme kleding uit. Twaalf graden in de tropen in de Andes op 4400 meter. Daarbij komen de warme kleding en vannacht onze slaapzakken goed van pas. We zien waarom het meer zo heet: het is grotendeels roze-oranje gekleurd, met aan de kanten witte en grijze kleuren. Het roze-oranje is een micro-organisme. Is het hetzelfde als wat we in mindere mate bij het zoutmeer van Atacama bij San Pedro zagen, de seamonkeys?
Kees maakt prachtige foto’s van de zonsondergang.


Donderdag 11 december.
Om 8 uur vertrekken we. We stoppen een klein stukje verder en zien de Lagune Colorado nu in volle glorie in de ochtend zon. We maken een wandeling van ca 1 km langs de lagune. Er zijn wel duizenden flamingo’s daar bij elkaar en door het gladde water verdubbelt de reflectie het aantal nog eens.
Prachtig, niet te beschrijven zoals de kleuren hier in elkaar overgaan en hoe goed de flamingo’s daarin passen. Dit zal als we terug kijken een van de mooiste en spectaculairste lagunas worden.



Dan zijn we al snel het nationale park uit, maar de natuur blijft even mooi: grote kale bergen/vulkanen met verschillende aarde kleuren. We zien nog enkele mooie meren, o.a. het Khara meer voor we bij het hoogste punt van deze tocht komen: 4870m. We blijven die dag tot ca 16 uur tussen de 4200 en 4600 meter schommelen.

We rijden door de Pampa Siloni, de Siloni woestijn, een woestijn op grote hoogte (4500 meter) bestaande uit vulkanische as. Het lijkt alsof je over gravel rijdt met vele rotsblokken ertussen. Dit zijn de stenen die bij de vulkaan uitbarstingen werden weggeworpen en die door de vele jaren zand en wind glad geblazen zijn en soms surrealisitische vormen hebben gekregen. Het waait hier bijna altijd en vrij hard. De vreemdst gevormde steen is de Arbol de Piedra (Steen Boom), een massieve steen van 8 meter die “balanceert” op een smalle onderkant.

Arbol de Piedra
We rijden door een af en toe op een maanlandschap gelijkend terrein. Komen meer vreemd gevormde stenen en wanden tegen. Het doet ons denken aan de tochten door de western dessert samen met Corine en Jurriaan in Egypte maar ook weer heel anders.

Een groep stenen die ons aan een kasteel doen denken
Voordat we gaan dalen zien we de enige actieve vulkaan in Bolivia, de Ollagüe, 5865 meter. Hij staat op de grens met Chili en met het verrekijkertje kunnen we hem duidelijk zien roken. Dit is de tweede rokende vulkaan die we zien. De eerste was de Lascan, zuidelijk van San Pedro.
Vanaf nu dalen we, tot we vlak onder het meer van Uyuni op een 3655m eindigen, de hoogte die we tot en met Uyuni zullen houden. Voor tenminste drie van onze groep van 10 is dit zeer welkom, zij hebben flink last van hoogteziekte. Wij houden het gelukkig bij snel kortademig zijn en een keer een lichte hoofdpijn die na het eten weer over is.

We komen lager en lager en weer horen we ineens kreetjes achteruit de auto: onze Japanse vrienden zien voor het eerst van hun leven lama’s, die hier weer kunnen leven.

We zijn ook in de buurt van verschillende dorpjes en we zien dat men aan landbouw doet. Grote velden zijn allemaal net ingezaaid, het wachten is op de regens (in december een beetje en verder in januari en februari). Sandros vertelt dat het allemaal een hier bekend soort graan is, het lijkt op rijst en heet quinua. Enkele velden hebben al kleine groene plantjes. De bevolking leeft hiervan en van de vele, vele lama’s die we vanaf nu zien.
We stoppen in een dorpje om water te kopen

We kruisen de spoorlijn - smal enkelspoors - die loopt van Potosi via Uyuni naar Calama en Antofagasta aan de kust in Chili alleen nog voor goederen vervoer. De lijn is ge bouwd in het begin van de 19de eeuw voor het vervoer van eerst zilver, koper etc. Uyuni is in die tijd ontstaan omdat het het kruispunt was met de andere spoor lijn van Oruro via Uyuni naar Salta en uiteindelijk Buenos Aires (Oruro ligt ca 400 km zuidelijk van La Paz).

Om een uur of zeven komen we in het Hotel del Sal, het Zouthotel, vlak onder het zoutmeer van Uyuni aan. Het hotel is letterlijk helemaal van zoutblokken gebouwd, tot aan het meubilair toe. Wij hadden ons afgevraagd hoe dat zou zijn: hoe zou je moeten douchen bv, terwijl water zout doet oplossen. Op de essentiële plekken heeft men daar iets op gevonden: de 2 douches/wc’s zijn gewoon gemetseld.
Het is hier fris, maar minder koud dan de vorige avond en onze slaapzakken hoeven niet uitgepakt te worden.
Een indrukwekkende dag, 290 km vol met bijzondere natuur indrukken, die we om tien uur meenemen als we ons bed in tollen.

Vrijdag 12 december.
Nu begint de dag van de tocht over het zoutmeer. Bij het hotel is de vlakte zout, gemengd met aarde, dus een grijze, grauwe vlakte.
Maar al snel komen we op een spierrwitte vakte met aan de horizon de grote vulkaan Tunupa (5432m). Wat is dat bijzonder, zoiets wat je helemaal niet kent. Steeds moeten we tegen elkaar zeggen: dit is geen ijs, maar zout waar we op rijden. We overtuigen ons door aan de zoutkristallen te likken.
De typische zeshoeken achter Geer zie je over de gehele zoutvlakte
We rijden noord richting de vulkaan met een enkele tussenstop en na ca een uur komen we bij het eilandje Isla de Pescado; zo genoemd omdat het op een vis lijkt. Het Uyuni zoutmeer is het grootste ter wereld en is 12.000 vierkante km groot. Het is volledig omringd door bergen en vulkanen en heeft 32 eilandjes zoals Isla de Pescado. Het eiland wordt door de Inca’s het Isla Incahuasi genoemd.
Zo’n door de zon overgoten eiland met bloeiende cacti verwacht je niet met in je hoofd – we krijgen de vergelijking er niet uit – een ijsvlakte. Reuze cacti, sommige meer dan 10 meter hoog en enkele honderden jaren oud. Het hele eiland is er mee begroeid.
Daar vertoeven we een anderhalf uur. We maken een prachtige rondwandeling, waarbij we een 180m klimmen naar het hoogste punt. Daar staat een offerande gebeuren, gewijd aan Moeder Aarde. Daar boven zien we ook nog een prachtige Arch in het gesteente en natuurlijk de vele, vele bloeiende cacti.


We rijden weer ca 100 km verder over het zout, stoppen nog enkele keren om eea in ons op te nemen. Aan het eind van de vlakte stoppen we in het dorpje Colchani voor de lunch. Vlak na een gebied waar het zout gewonnen wordt voor de productie en verkoop.

Ook bezoeken we daar het Hotel de Sal Playa Blanca en het Palacio del Sal. Met wat museum achtige uitleg. We horen van de gids dat van half januari tot begin maart er veel water op het zout komt te staan (regentijd). Erover rijden is dan moeilijk, maar vanaf maart is het weer helemaal glad.
Het dorpje is een uitvalsbasis cq aankomstplaats voor de vele, vele jeeps met toeristen die deze prachtige tocht maken.
We zijn dan snel in Uyuni. Om half drie heeft de chauffeur ons bij ons hotel afgezet.

Tijdens het diner vragen we ons af: wat heeft nu het meeste indruk van deze tocht op ons gemaakt?
Dat is voor Geer de uitgestrektheid en leegheid van de natuur met zijn mooie kleuren en vulkanen tegen de horizon, culminerend in de omgeving van het Laguna Colorado. En voor Kees de uitgestrektheid van het zoutmeer van Uyuni. Of ….. en nu moeten we stoppen, anders wordt het een opsomming in plaats van een hoogtepunt.

Geen opmerkingen: