donderdag 8 januari 2009

Vrijdag 26 tot dinsdag 30 december : Copacabama/Lake Titicaca

Via twee pakjes die we in Copacabama gaan ophalen (hopen we), weten we dat er alleen al in Bolivia 12 Copacabama´s zijn, naast de beroemde Copacabana´s in Mexico en Braziliëe.
Deze, in de provincie La Paz, ligt aan het beroemde Titicaca meer en heeft ca 3000 inwoners.


Het is een dorp dat leeft van het toerisme. In de tijd dat Peru gevaarlijk was (Lichtend Pad etc), zijn een aantal ondernemingen vanuit Peru overgestoken naar Copacabana in Bolivia en hebben een aantal ondernemingen daarnaast ook de kans gegrepen zich in Copacabana te vestigen.
Het dorp ligt tegen de berg gebouwd en is inderdaad erg toeristisch, een goede uitvalsbasis voor onze tochten naar het meer en de eilanden.
In het centrum staat een onwijs grote katholieke kerk, met Moorse invloeden in de architectuur. We horen dat deze door de Jezuïeten gebouwd is toen ze het geloof gingen verbreiden. De taktiek was in Peru en Bolivia een Inca religieus centrum met de grond gelijk maken en de stenen van het Inca heiligdom te gebruiken om een grotere kerk neer te zetten dan er ooit door de Inca´s op die plaats was gebouwd. Op deze manier dachten zij overtuigend aan te tonen dat het Katholicisme veel sterker was dan de Inca religie. Het verzet werd zo gebroken.


De oorspronkelijke naam van het dorp is: Chopa (= blauw) Chawanga (=steen). De blauwe steen speelt een belangrijke rol in de religie van de Inca´s en pré-Inca´s (Aymara´s en Tiwanaku). Nog steeds komen in eind juni chiefs overal vandaan naar het dorp om met elkaar offers te brengen om de zon aan te moedigen weer krachtig te worden. Te vergelijken met onze kerstviering; op het zuidelijk halfrond een half jaar verschil.
Tevens komt men om goed weer vragen, èn een goede toekomst enz. Niet alleen de chiefs, maar iedereen loopt mee in een soort processie en heeft dan in het klein bij zich wat hij/zij zich wenst: een auto, goed eten, een kind en wat niet al. Tegenwoordig (en vroeger ook al) vindt de ceremonie plaats op een 150 m hoger dan het dorp gelegen natuurlijke platvorm in de berg, waar een steen met een gat is waar de zon doorheen schijnt en zijn stralen door een natuurlijke poort werpt.

Onze aankomstmiddag lopen we rond en informeren naar de tochten die er van hier uit te maken zijn. We kiezen hetzelfde reisbureau als we in La Paz hadden: we zijn dan verzekerd van een goede, Engelssprekende gids. We zullen morgen met hem een dagtocht maken naar het Isla del Sol, dan op eigen gelegenheid op het eiland blijven slapen en de volgende dag op en neer gaan naar het Isla de La Luna en dan weer terug naar Copacabana.

Isla del Sol
Op zaterdagmorgen maken we een tocht van anderhalf uur in een klein motorbootje naar de noordpunt van het eiland. Voordat we bij het bootje aankomen zien we een auto met bruidspaar en ouders er omheen een ieder op zijn paasbest. Of we een foto mogen maken? Maar natuurlijk, kom mee naar binnen. We horen dat de zaterdag de dag van het trouwen is, dat gebeurt ´s morgens vroeg en de rest van de dag is het feest.



Ook komen we nog een jongetje met moeders tegen; zomaar een straatbeeldje.


Het Eiland van de Zon en het Titicaca meer waren het centrum van de Inca godsdienst maar ook reeds van de pré-Inca godsdiensten, zoals het rijk van de Tiwanaku dat we vanuit La Paz al hebben leren kennen en daarvoor weer van de Aymara bevolking.
Er zijn verschillende verhalen.
Eén is dat de God die uit de diepte van het meer is gekomen, van hier uit de wereld heeft gecreëerd: Vira-Cocha = vuur en water. Het Viracochafeest wordt nog steeds in juni gevierd (zie vorige alinea).
Er is ook een verhaal van een steen en de ogen van een poema. En dat de PachaMama (Moeder Aarde) twee kinderen heeft gebaard: een jongen en een meisje, waarvan de een richting La Paz is gegaan en de ander richting Cusco. Dit is het Inca verhaal: die jongen sprong naar Cusco en zo werd Cusco het religieuze centrum van de Inca heerschappij. Voordien was dat Tiwanaku in Bolivia.
Wij hadden tot in San Pedro in Chili nog nooit van dit rijk gehoord. Het is op onverklaarbare manier verdwenen. Een rol schijnt de droogte gespeeld te hebben: er is op een gegeven moment zes of zeven jaar helemaal geen regen gevallen, het meer kwam te laag voor irrigatie etc te staan en de stammen zijn vertrokken.
In het kleine museum zien we allerlei artefacten die vlakbij het eiland door duikers zijn opgedoken en op de oude beschaving van 1000 jaar BC wijzen: vijzels, potten, vazen en kannen in de vorm van een poema en gereedschappen.

Op de Noordpunt van het eiland – waar wij dus zijn uitgestapt – zien we duidelijk een grote rots in de vorm van een poema en daarnaast de lijnen van een gezicht. Heilige plaatsen. Ook een offerande tafel en een ruïne van een paleis van de koningen en priesters die op een mooie plaats met prachtig uitzicht verbleven na een tocht die ze om de zeven jaar vanuit Cusco via Copacabana over het eiland maakten.




Ook op het zuiden van het eiland is een nog gaver gebleven ruïne - de Pilkokayne paleis - waar men na de oversteek uitrusten en enkele dagen overnachtten. Door een vergissing cq onwil van het retour bootje de volgende dag zien we die niet.
We lopen vervolgens over de kam van het eiland van noord naar zuid en zien het heilige meer vele malen aan weerszijde het een goed aangelegde touristische route.

Het grappige is dat de Inca´s na het verdwijnen van de Tiwanaku rijk door de droogte, ze het hele geloof in grote lijnen hebben overgenomen verteld onze gids. Stof om bij terugkeer eens uit te zoeken.
Dan het meer zelf: het is niet alleen ongeveer het hoogste zoetwater meer ter wereld met zijn 3800 meter, maar het is vooral het heilige meer in de hele Andes, al van 3000 jaar geleden of meer.
Verder is het meer 284 m diep en heft 87 eilanden en eilandjes waarvan er 66 bewoont zijn.

We hebben voortdurend spectaculaire vergezichten op het eiland met z´n grillige vormen, het meer en de bergen van Peru en Bolivia aan de horizon. De lucht is blauw, met prachtige witte wolken die voor de echt hoge bergen in Peru en Bolivia hangen. We lopen een uur of vier, vijf, vanaf de 3800 m die het meer hoog is tot 4020, het hoogste punt. De meeste tijd bewegen we ons boven de 3900 meter. Onze gids Juan Carlos neemt af en toe een lama-paadje in plaats van het brede toeristische pad. Heerlijk die kleine paadjes.




Zoals gezegd, we hadden geweldige verhalen gehoord, Titicaca is een must. En ... het is ook geweldig.
Een bijzonderheid is nog dat het hele eiland vol terrasbouw is. En dat dat al zo was uit de tijd van de Tiwanaku. Naast een prachtig gezicht natuurlijk erg nuttig om het water vast te houden en erosie tegen te gaan. Vroeger en ook nu is er geen of nauwelijks sprake van irrigatie.


We overnachten bovenin in het dorp Yamani (betekent “genoeg water”, er is hier een bron). Vanuit het hotel hebben we uitzicht op al dit moois.
Bij zonsondergang lopen we het heuveltje op. De zonsondergang als zodanig is er niet omdat er zoveel mooie wolken zijn, wel een mooi weerspiegeling op het meer.


Plotseling zien we aan de oostkant van het eiland de sneeuwtoppen van de Cordillera Real, de bergketen ten noorden van La Paz. De hele dag zaten ze achter de wolken en zagen we alleen de lagere bergen. Nu steken de sneeuwtoppen boven een sluier van wolken uit. Een gezicht nog mooier dan de zonsondergang denken we.


Isla de la Luna
De volgende dag is het zeer donker. Vanuit Peru (westen) komt een enorme bui dichterbij. Na het ontbijt gaat het regenen, waardoor we nog een uurtje blijven lezen op onze kamer.


Daarna doet het eiland z´n naam weer eer aan: met mooie zon en wolken vertrekken we naar het Isla de la Luna: ¾ uur heen, ¾ terug en anderhalf uur op het eiland.
Het eiland van de maan is een vrij klein eilandje.
Er wonen 10 families en er is één tempel ruïne. Het is maar een kleine klim en nadat we de tempel gezien hebben klimmen we nog wat om te lunchen. Kees gaat daarna de berg helemaal op en heeft uitzicht op de andere kant van het eiland.


kkHet eiland is aan de noordkant merkwaardig afgesneden. We verbazen ons erover en horen later de legende die eraan verbonden is: de koning van de Inca´s was eens op het eiland van de zon. ´s Avonds zag hij het eiland van de maan dat in het donker net op een slang leek. Hij werd boos, nam zijn slinger en wierp een grote steen op de kop van de slang. Daarom liikt het eiland aan de noordkant afgesneden.
Terug varend naar Copacabana kijken we met weemoed achterom, zullen we hier ooit nog een keer terugkomen?


Verder in Copacabana
Maandag en dinsdagmorgen zijn we bezig met 2 pakjes die ons zijn toegestuurd uit Nederland en uit USA: we waren onze beide giropassen kwijt en Mark heeft in Arizona een kabel voor de PC gevonden. Door de feestdagen ziet het er naar uit dat we nog een aantal dagen op de pakjes moeten wachten. Met behulp van de gids van het Eiland van de Zon en de hotelbaas bepalen we wat te doen: we schrijven een machtiging, de gids vertaalt die in het Spaans en gewapend daarmee gaan we met José de hotelbaas naar het postkantoortje om duidelijk te maken dat er twee pakjes komen en dat ze die niet moet terug sturen als wij er niet zijn, maar aan José kan overhandigen en dat wij rond 7 janauari vanuit Puno in Peru een dag op en neer komen (2 x 3 uur dat gaat mooi) om de pakjes op te halen.
´s Maandags is het postkantoor gesloten, de dame is naar La Paz. Wij fantaseren: gaat ze 1 x per week de post ophalen of gaat ze gewoon boodschappen doen? In ieder geval nemen we niet de bus van dinsdagmorgen zoals we dachten , maar die van dinsdagmiddag zodat we dinsdag nog een keer naar het postkantoor kunnen gaan en haar het een en ander kunnen uitleggen.
De maandag brengen we veel tijd in het internetcafé door. Enerzijds omdat het regent, anderzijds omdat we behoorlijk achter zijn met onze weblog. Kees maakt voor de regen nog de klim naar de plaats waar in juni de ceremonies plaatsvinden. Geer zit vol en blijft beneden.

Geen opmerkingen: