Zo is ook de dinsdagmorgen gevuld en we kunnen nog net de rugzakken in het hotel ophalen en een snelle lunch nemen voordat de bus om half twee vertrekt voor een drie uur durende reis.
Het is de bus naar Puno, aan de Noordkant van het meer, in Peru. We passeren al een kwartier na vertrek de grens: alles gaat goed en snel. We rijden met de bus ongeveer het hele eind langs het Titicaca meer: mooi omdat nu vanuit de landkant uitvoerig te zien. We zien het Isla del Sol en het piepkleine eilandje daar vlak voor nu heel goed liggen. In de Aymara taal heet het druppeltje.
Overal is akkerbouw en veeteelt. Het is een vrij brede delta, aan de Boliviaanse kant komen de rotsen bijna direct in het meer. En we komen langs het enige stuk waar volgens de gids irrigatie is (overal elders volstaat men met de terrasbouw). Dat is goed te zien: de gewassen staan veel hoger dan we op het Isla del Sol hebben gezien.
Het is een prachtige tocht en eind van de middag lopen we door Puno: het plein met de kerk, de winkelstraatjes en de markt. Mooi om te verblijven en vandaaruit de bekende “floating islands” in het meer te gaan zien. We besluiten echter bij een kopje koffie dat niet te doen, maar ons te focussen op Arequipa en de Colca-canyon daar. We schakelen, gaan gauw nog een buskaartje kopen en de volgende dag vroeg zijn we op weg naar Arequipa.
Wij dachten dat dat een paar uur zou duren en we voornamelijk zouden dalen. Maar dat is helemaal niet zo. We gaan nog zeker twee hoge bergruggen over – hoogste punt 4720m – en de tocht duurt ruim 6 uur. Het is een fantastische natuur die we te zien krijgen: heel kaal, hoog en droog. We zien op grote hoogte nog een mooi meer, dat dus nog hoger ligt dan lake Titicaca dat als het hoogste zoet water meer ter wereld bekend staat. Dit meer is wel stukken kleiner, lake Titicaca is bijna zo groot als half Nederland.
We zien ook prachtige dorpen met marktkooplieden onderweg
Eind van de woensdagmiddag komen we in Arequipa aan en vinden snel ons hotel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten