donderdag 8 januari 2009

Maandag 5 januari - woensdag 7 januari: Arequipa - Puno - Copacabana - Puno - Cusco

We vertrekken maandagmorgen vroeg naar Puno. Het is dezelfde tocht die we op de heenweg maakten. Nu alleen bij stralend helder weer. Een hele dag bussen door de mooie natuur.


Eind van de middag komen we in Puno aan en we wandelen weer door de leuke winkelstraatjes en langs het plein.
We internetten wat en dan is de dag al weer om en gaan we op tijd naar bed voor de volgende dag.

Om 7.30 uur gaat de bus naar Copacabana.
We gaan op en neer om de twee pakjes op te halen. En een van de twee is er ook: de adaptor en het snoer voor de computer. We lopen op en neer naar het hotel om het op te halen en kunnen nog net lunchen om dan weer terug te bussen naar Puno, benieuwd of het snoer past.

Teleurstelling: het past niet. Naar het internet café om na te gaan wat fout is en daarna snel Mark gebeld. Hij had de garantie gekregen dat het zou passen. Dus Mark op hoge poten weer naar de winkel en via een ander bedrijf wordt een tweede versie naar Santiago gestuurd.

De volgende dag gaan we direct ‘s morgens met een toeristische bus naar Cusco.

Dat is een tocht van een hele dag met een vijftal tussenstops. Er waren drie mogelijkheden, de gewone lijnbus, de trein of onze tocht in een luxe bus met gids die vijf tussenstops maakt; de meeste bij belangrijke Inca plaatsen.
Het is een leuke gids die trots is op zijn achtergrond en het geleerde op de toeristen school in Cusco goed weet over te brengen. Hij is pas 4 maanden in dienst van de toeristen organisatie Inca Express.
De eerste stop is een klein museum in Pucara, dat een goed beeld geeft van het pre-Columbus gebeuren in de omgeving van Puno.
De tweede stop is in la Rayai, waar de de waterscheiding tussen Puno en Cusco is. Een mooie, geheel besneeuwde top, die ook in de Inca cultuur reeds een rol speelde omdat het smeltwater van deze top de voeding is voor de Rio Urubambo in de “Sacred Valley” van de Inca’s, de vallei die naar MachuPicchu leidt. Hier heet de rivier nog Rio Sagrado.


Dat het een waterscheiding is, zie je ook goed aan het verschil in landschap: eerst is het kaal en droog, bergachtig en na de waterscheiding wordt het lieflijker met veel terrasbouw dat we het eerste deel van de tocht niet zagen.
De derde stop is de lunchstop, ergens in een dorpje.
Daarna komen we in Raqchi waar een geweldig tempelcomplex is gerestaureerd, waarbij als grote uitzondering na de verwoesting geen grote kerk is gebouwd. We zien hoe een muur in het midden geheel uit steen is opgetrokken en vervolgens op grote pilaren steunend mede het dakdraagt. De funderingen zijn alle onbeschadigd en daaruit heft men het geheel kunnen reconstrueren.
Doordat de stad ook veel voedsel reserves bewaarde, is er om de stad heen een verdedigings muur gebouwd. Het lijkt een beetje op de Chinese muur, wel kleiner maar ook zo door het gebergte heen.


Tot slot de door de gids zo genoemde “Sixtijnse Kapel” van Zuid-Amerika, in het dorpje Andahualillas. Een kerk met inderdaad een heel mooie plafond beschildering en ook verder heel rijk versierd. Ook bevat deze kapel opnieuw een zwarte Madonna en wordt ook het laatste avondmaal van Jezus met zijn de descipelen Judas als een gekleurde persoon uitgebeeld; maw indigenous people zijn niet te vertrouwen.


We komen begin avond in Cusco aan en genieten gelijk van het mooie open plein Plaza des Armas.

Geen opmerkingen: