Hoofddoel van onze tocht naar Pto Madryn is een verblijf op het Peninsula Valdés. Dit was voor de volgende 2 dagen al per telefoon voorbereid. Met de dame van het kantoor die het verblijf op het eiland regelt nemen we diverse mogelijkheden door en we komen erop uit dat 2 dagen een auto huren het leukst is. Die bespreken we daarna en we gaan vervolgens de rest van de dag Puerto Madryn in, de pier op en wat langs het strand lopen.
Pto Madryn is een klein kustplaatsje. Je moet aan Kijkduin vroeger en in het klein denken. Met een pier en een lang zandstrand.
Valdés – Punta Delgado
Vrijdagavond halen we de auto op en zaterdagmorgen gaan we vroeg weg. Na een uurtje rijden we het Nationale Park Valdés binnen. We bezoeken eerst kort het bezoekerscentrum. We leren daar dat het schiereiland de eerste plaats was waar de Spanjaarden Zuid Zuid-Amerika binnen kwamen. Men heeft er schapenteelt opgezet en zout gewonnen in de Salina Grande midden op het schiereiland, 42 meter onder zeeniveau. Op walvissen werd voor de kust veel gejaagd vanwege de traan en ook is men op de zeeoliefant gaan jagen omdat deze ook zeer goede olie en vetten bezitten. De plek waar koude en warme golfstroom samenkomen is ideaal voor het plankton etc. dat walvissen eten. Vandaar de grote kolonies hier. Tot in de 50-er jaren is die vangst doorgegaan. Daarna is men meer ecologisch beleid gaan maken en mocht dat niet meer. We zullen trouwens geen walvissen zien, dat is in september tot december. Wij zijn hier buiten dat seizoen.
Eerst stoppen we in Puerto Pyramide om een boottocht naar de zeeleeuwenkolonie daar te maken. De boten zijn net weg dus het blijft bij een kopje koffie. We rijden naar een uitzichtpunt vlakbij en daar blijken we prachtig zicht op dezelfde zeeleeuwenkolonie te hebben als dat je hebt met de boot die we hebben gemist. We zien hier goed de grote mannetjes met de manen en de speelse jongen.
Vrijdagavond halen we de auto op en zaterdagmorgen gaan we vroeg weg. Na een uurtje rijden we het Nationale Park Valdés binnen. We bezoeken eerst kort het bezoekerscentrum. We leren daar dat het schiereiland de eerste plaats was waar de Spanjaarden Zuid Zuid-Amerika binnen kwamen. Men heeft er schapenteelt opgezet en zout gewonnen in de Salina Grande midden op het schiereiland, 42 meter onder zeeniveau. Op walvissen werd voor de kust veel gejaagd vanwege de traan en ook is men op de zeeoliefant gaan jagen omdat deze ook zeer goede olie en vetten bezitten. De plek waar koude en warme golfstroom samenkomen is ideaal voor het plankton etc. dat walvissen eten. Vandaar de grote kolonies hier. Tot in de 50-er jaren is die vangst doorgegaan. Daarna is men meer ecologisch beleid gaan maken en mocht dat niet meer. We zullen trouwens geen walvissen zien, dat is in september tot december. Wij zijn hier buiten dat seizoen.
Eerst stoppen we in Puerto Pyramide om een boottocht naar de zeeleeuwenkolonie daar te maken. De boten zijn net weg dus het blijft bij een kopje koffie. We rijden naar een uitzichtpunt vlakbij en daar blijken we prachtig zicht op dezelfde zeeleeuwenkolonie te hebben als dat je hebt met de boot die we hebben gemist. We zien hier goed de grote mannetjes met de manen en de speelse jongen.
Dan rijden we het eiland verder op. Alles gravelwegen. En pampa: dus kaal, leeg, vlak en alleen wat struiken. Af en toe een bordje en een zandweg naar een Estancia. Het eiland is in stukken over diverse eigenaars verdeeld. We lunchen in de auto met zicht op de Salina Grande, één van de drie zoutmeren van Valdés. In de auto eten we omdat de zon fel schijnt en er nergens schaduw is.
In de loop van de middag arriveren we in Punta Delgado, op het ZO puntje van het schiereiland. Het blijkt een goede keuze te zijn geweest hier te gaan slapen. Punta Delgado is een fantastisch oord om een dag in door te brengen. Het is een luxe hotel bij de vuurtoren, alles mooi geel / rood geverfd. Vroeger was het hier hét communicatiecentrum van het eiland. De marine beheerde de vuurtoren en ontving via de radio alle nieuws in de wereld. De boeren kwamen erheen, want als er berichten van het vasteland waren, kwamen die altijd via die radio bij de vuurtoren binnen. Ook markt ontwikkelingen tav wol en prijzen van huiden, etc.
Vanuit het hotel worden er diverse activiteiten georganiseerd. Het woord ´relaxed´is voor dit oord op zijn plaats. Je kunt er de tijd nemen voor alles. Bv de bezoeken aan de zee olifanten: dat is niet erheen karren, even kijken en weer door. We lopen met een groepje van zes à acht met de gids naar het strand via houten platforms die daarheen leiden. Alle tijd voor uitleg vlak bij de zeeolifanten aan het strand.
De jaarcycli van enkele van de dieren
Martin de gids vraagt of we erbij willen gaan zitten want staande is bedreigend. Het is immers de vecht houding van de mannetjes. Zo zitten we ruim een half uur op enkele rotsblokken met de zeeolifanten op ca 10 meter afstand en kijken naar ze en we kunnen van alles vragen. Dan een kwartiertje verder lopen langs het strand voor nog een aantal exemplaren. Martin, de gids weet er heel veel van, hij is naast gids ook medewerker van het Patagonië Research centrum en levert daar zijn dagelijkse waarnemingen in. Het Patagonische Research centrum is sinds 1978 bezig met een heel programma om deze beesten - uniek in de wereld - hier te volgen. Een deel van de beesten wordt van chips voorzien waardoor de dieren precies via GPS worden gevolgd en vele feiten worden geregisteerd. We horen precies hoe de jaarcyclus van de zee olifanten is, en hoe en waar ze jagen, etc. Hier enkele feiten die erg opvielen tav de zeeolifanten.
De zeeolifant wordt rond midden september begin oktober geboren. Hij weegt dan ca 40 a 50 kg. De moeder zoogt het jong gedurende een maand, waarbij het jong ca driemaal zijn geboorte gewicht groeit. De moeder eet in die tijd niet, die toename van de jongen komt dus geheel uit de vetreserves die de vrouwtjes hebben. Na die eerste maand worden de jongen afgestoten en gaan zij de zee in naar de jachtgronden (oktober). Ze leren niet hoe te jagen; alles is in het DNA opgeslagen.
Inmiddels zijn de mannetjes ook aangekomen en er vinden tussen de mannetjes geweldige gevechten plaats. Zij wegen ca 3 ton. Altijd zijn het twaalfjarige mannetjes die een harem van ca 40 wijfjes om zich heen verzamelen. Martin vertelt dat de dieren na zeven jaar geslachtsrijp zijn, maar pas als ze twaalf zijn, zijn ze pas sterk genoeg. Meestal houdt het mannetje het maar een jaar vol en verliest hij het volgende jaar en als ze viertien zijn zijn ze te oud tov de twaalfjarigen.
Gedurende de twee à drie maanden dat dit geheel duurt voeden de zeeolifanten zich niet (vanaf half september tot half december). Na de bevruchting in november gaan de dieren gedurende een maand weer naar de jachtgronden ca 600 km de Atlantische Oceaan op en komen na een maand (januari) terug om te vervellen. Van een licht beige kleur gaan ze naar zwart. Ook dit duurt weer een maand en is een maand vasten. Vervolgens vertrekken ze voor 6 maanden van eind maart tot september naar de jachtgronden in de Atlantische Oceaan. In de tussenperiode komen ze niet aan land. Sommige zeeolifanten zijn waargenomen in Nieuw Zeeland om te vervellen ipv op Valdés.
Overigens vertelt Martin dat de bevruchte eicel door het vrouwtje wordt opgeslagen voor ca twee maanden en pas na het vervellen begint te groeien. Zij is dus 11 maanden zwanger waarbij de eerste twee maanden er geen groei plaats vindt.
De zeeolifanten eten bijna alleen octopus (grote inktvis). De grote inktvissen bevinden zich op grote diepte. De vrouwtjes duiken tot 1500 meter diep, om vervolgens de octopus van onderaf aan te vallen. De mannetjes kunnen slecht tot 800 meter duiken. Komt door hun grote neus. Het hemaglobine gehaalt is bij de zeeolifant ca 20 maal groter dan bij ons. Er is een mechanisme dat de lucht uit het bloed stoot en de zuurstof geheel in het hemaglobine doet opnemen waardoor zij geen last van de druk hebben.
Gedurende de zes maanden op zee wordt er geslapen door één hersen helf op rust te zetten en de andere blijft actief. Daarna wisselt dat. Leuk om dat zo te horen als je er naar vraagt.
De jaarcycli van enkele van de dieren
Martin de gids vraagt of we erbij willen gaan zitten want staande is bedreigend. Het is immers de vecht houding van de mannetjes. Zo zitten we ruim een half uur op enkele rotsblokken met de zeeolifanten op ca 10 meter afstand en kijken naar ze en we kunnen van alles vragen. Dan een kwartiertje verder lopen langs het strand voor nog een aantal exemplaren. Martin, de gids weet er heel veel van, hij is naast gids ook medewerker van het Patagonië Research centrum en levert daar zijn dagelijkse waarnemingen in. Het Patagonische Research centrum is sinds 1978 bezig met een heel programma om deze beesten - uniek in de wereld - hier te volgen. Een deel van de beesten wordt van chips voorzien waardoor de dieren precies via GPS worden gevolgd en vele feiten worden geregisteerd. We horen precies hoe de jaarcyclus van de zee olifanten is, en hoe en waar ze jagen, etc. Hier enkele feiten die erg opvielen tav de zeeolifanten.
De zeeolifant wordt rond midden september begin oktober geboren. Hij weegt dan ca 40 a 50 kg. De moeder zoogt het jong gedurende een maand, waarbij het jong ca driemaal zijn geboorte gewicht groeit. De moeder eet in die tijd niet, die toename van de jongen komt dus geheel uit de vetreserves die de vrouwtjes hebben. Na die eerste maand worden de jongen afgestoten en gaan zij de zee in naar de jachtgronden (oktober). Ze leren niet hoe te jagen; alles is in het DNA opgeslagen.
Inmiddels zijn de mannetjes ook aangekomen en er vinden tussen de mannetjes geweldige gevechten plaats. Zij wegen ca 3 ton. Altijd zijn het twaalfjarige mannetjes die een harem van ca 40 wijfjes om zich heen verzamelen. Martin vertelt dat de dieren na zeven jaar geslachtsrijp zijn, maar pas als ze twaalf zijn, zijn ze pas sterk genoeg. Meestal houdt het mannetje het maar een jaar vol en verliest hij het volgende jaar en als ze viertien zijn zijn ze te oud tov de twaalfjarigen.
Gedurende de twee à drie maanden dat dit geheel duurt voeden de zeeolifanten zich niet (vanaf half september tot half december). Na de bevruchting in november gaan de dieren gedurende een maand weer naar de jachtgronden ca 600 km de Atlantische Oceaan op en komen na een maand (januari) terug om te vervellen. Van een licht beige kleur gaan ze naar zwart. Ook dit duurt weer een maand en is een maand vasten. Vervolgens vertrekken ze voor 6 maanden van eind maart tot september naar de jachtgronden in de Atlantische Oceaan. In de tussenperiode komen ze niet aan land. Sommige zeeolifanten zijn waargenomen in Nieuw Zeeland om te vervellen ipv op Valdés.
Overigens vertelt Martin dat de bevruchte eicel door het vrouwtje wordt opgeslagen voor ca twee maanden en pas na het vervellen begint te groeien. Zij is dus 11 maanden zwanger waarbij de eerste twee maanden er geen groei plaats vindt.
De zeeolifanten eten bijna alleen octopus (grote inktvis). De grote inktvissen bevinden zich op grote diepte. De vrouwtjes duiken tot 1500 meter diep, om vervolgens de octopus van onderaf aan te vallen. De mannetjes kunnen slecht tot 800 meter duiken. Komt door hun grote neus. Het hemaglobine gehaalt is bij de zeeolifant ca 20 maal groter dan bij ons. Er is een mechanisme dat de lucht uit het bloed stoot en de zuurstof geheel in het hemaglobine doet opnemen waardoor zij geen last van de druk hebben.
Gedurende de zes maanden op zee wordt er geslapen door één hersen helf op rust te zetten en de andere blijft actief. Daarna wisselt dat. Leuk om dat zo te horen als je er naar vraagt.
Voor de zeeleeuwen is het verhaal anders. Zij brengen en zogen hun jongen voor ca 11 maanden. Zij komen ook iedere dag terug op het strand. Als het paarseizoen nadert worden de jongen afgestoten en een maand later is het wijfje weer in staat zwanger te worden. Zij lijkt wel 11 maanden zwanger te zijn. De zeeleeuwen en de zeeolifant liggen tussen elkaar door op verschillende plekken en laten elkaar met rust.
De pinquins hebben ook een mooie cirkel door het jaar heen. Ca zes maanden op land en zes maanden in zee. De mannetjes komen begin september aan land en maken een nest in twee à drie weken in de grond met bescherming naar boven.
Twee tot drie weken later komen de vrouwtjes en keuren de nesten. Veel koppels - ca 90% - blijft bij elkaar. Als het vrouwtje het nest afkeurt en elders gaat is het mannetje de pineut. Er stonden een stel eenzame mannetjes onder een boom bij elkaar. De gids vertelt dat die groep best aggressief is.
Nadat het nest is goedgekeurd wordt er gepaard en het vrouwtje legt twee tot drie eieren in ca 4 à 5 dagen. Zij begint met broeden en het mannetje gaat voor ca 10 dagen naar zee om zich weer te voeden. Daarna lost hij het vrouwtje af die zich dan weer gaat voeden. Het broeden duurt 38 tot 40 dagen. In die laatste periode wisselen mannetje en vrouwtje elkaar voor het broeden om de vier à vijf dagen af.
Zodra de jongen uitkomen gaan beide iedere dag voedsel halen om de jongen te voeden. Dit duurt ca drie maanden, daarna zijn de jonge groot genoeg om er op uit te gaan en is de donsvacht verwisseld voor een veren vacht. Ook hier: de jongen blijven op het land tot ze hun donsvacht kwijt zijn en gaan dan in groepjes jongen naar het strand het water in en komen ruim een halfjaar later terug. Geen training door de ouders.
De ouders ruien in ca twee weken en in die twee weken kunnen ze zich niet voeden. Ze blijven op het land net als bij de zeeolifanten. Na 5 jaar zijn de jongen geslachtsrijp en mogen ze verder komen dan het strand en kunnen ze nesten gaan maken etc. Tot vijf jaar worden ze door de volwassen dieren niet toegelaten op het broed terrein achter het strand. Dit terrein achter het strand is ca 1,5 km breed.
Leuk om zo die gewoontes te horen.
Verder het Peninsula Valdés
We klimmen de vuurtoren op – prachtig uitzicht – en zien beneden in de vuurtoren de volgens ons idee ouderwetse communicatiewijze van een dame die in een marifoon spreekt. Dus nog niet alles gaat per GPS.
De excursie naar de zee olifanten doen we twee keer: eerst gaan we met een paar mensen mee die een privé rondleiding krijgen. Later doen we hetzelfde met de hotelgasten.
Bij de wandeling langs het strand zien we aan de uitstekende schelpen hoe het zandsteen boven ons vroeger zeebodem is geweest.
We kijken naar een fantastisch mooie zonsondergang.
Nadat het nest is goedgekeurd wordt er gepaard en het vrouwtje legt twee tot drie eieren in ca 4 à 5 dagen. Zij begint met broeden en het mannetje gaat voor ca 10 dagen naar zee om zich weer te voeden. Daarna lost hij het vrouwtje af die zich dan weer gaat voeden. Het broeden duurt 38 tot 40 dagen. In die laatste periode wisselen mannetje en vrouwtje elkaar voor het broeden om de vier à vijf dagen af.
Zodra de jongen uitkomen gaan beide iedere dag voedsel halen om de jongen te voeden. Dit duurt ca drie maanden, daarna zijn de jonge groot genoeg om er op uit te gaan en is de donsvacht verwisseld voor een veren vacht. Ook hier: de jongen blijven op het land tot ze hun donsvacht kwijt zijn en gaan dan in groepjes jongen naar het strand het water in en komen ruim een halfjaar later terug. Geen training door de ouders.
De ouders ruien in ca twee weken en in die twee weken kunnen ze zich niet voeden. Ze blijven op het land net als bij de zeeolifanten. Na 5 jaar zijn de jongen geslachtsrijp en mogen ze verder komen dan het strand en kunnen ze nesten gaan maken etc. Tot vijf jaar worden ze door de volwassen dieren niet toegelaten op het broed terrein achter het strand. Dit terrein achter het strand is ca 1,5 km breed.
Leuk om zo die gewoontes te horen.
Verder het Peninsula Valdés
We klimmen de vuurtoren op – prachtig uitzicht – en zien beneden in de vuurtoren de volgens ons idee ouderwetse communicatiewijze van een dame die in een marifoon spreekt. Dus nog niet alles gaat per GPS.
De excursie naar de zee olifanten doen we twee keer: eerst gaan we met een paar mensen mee die een privé rondleiding krijgen. Later doen we hetzelfde met de hotelgasten.
Bij de wandeling langs het strand zien we aan de uitstekende schelpen hoe het zandsteen boven ons vroeger zeebodem is geweest.
We kijken naar een fantastisch mooie zonsondergang.
‘s Avonds om tien uur krijgen we een kleine inleiding sterrekunde en daarna gaan we naar de platforms bij het strand om naar de sterren te kijken. Gigantisch veel zien we er. De melkweg komt prachtig uit omdat de maan nog niet is opgekomen. We kunnen nu ook het Zuiderkruis onderscheiden die een hoek van 90 graden maakt met Orion. Dit is de mooiste en helderste zuidhemel die we te zien hebben gekregen.
De volgende morgen (zondag) maken we met de landrover een ritje naar een andere plaats op de estancia waar zeeleeuwen (en ook een enkele zee olifant) zijn. Nu kunnen we er niet dichtbij komen omdat het duin hier heel steil is. We zien de zeeleeuwen nu van bovenaf duidelijk liggen.
We wandelen door de duinen hoog boven het strand terug in 2 uur. Het waait intussen flink en het is heerlijk tegen de wind in te lopen. Prachtige kustlijnen links van ons en de pampa rechts.
De volgende morgen (zondag) maken we met de landrover een ritje naar een andere plaats op de estancia waar zeeleeuwen (en ook een enkele zee olifant) zijn. Nu kunnen we er niet dichtbij komen omdat het duin hier heel steil is. We zien de zeeleeuwen nu van bovenaf duidelijk liggen.
We wandelen door de duinen hoog boven het strand terug in 2 uur. Het waait intussen flink en het is heerlijk tegen de wind in te lopen. Prachtige kustlijnen links van ons en de pampa rechts.
We nemen afscheid van Punta Delgada en rijden langs de oostkant van het peninsula naar het noorden en maken daar twee korte stops:
- Caleta Valdés: Magellaen pinguins
- Punta Norte: zeeleeuwen, en beroemd omdat Orka’s daar zeeleeuwen vangen door zich bij hoogwater volledig op het strand te werpen.
Onderweg zien we paarden, struisvogels en guanaca’s (van de lama familie).
- Caleta Valdés: Magellaen pinguins
- Punta Norte: zeeleeuwen, en beroemd omdat Orka’s daar zeeleeuwen vangen door zich bij hoogwater volledig op het strand te werpen.
Onderweg zien we paarden, struisvogels en guanaca’s (van de lama familie).
We rijden door naar Estancia San Lorenzo. Daar is een échte grote Magellaen pinguin kolonie: op het strand en in de duinen leven 350.000 pinguins. We komen er om 5 uur aan, nadat de grote groepen toeristen weg zijn en kunnen nog net een privé rondleiding krijgen. De gids is hier ook weer zeer goed op de hoogte. Hij is een universitair opgeleide bioloog, heeft oa ook in Hamburg gewerkt en is nu in dienst van het Patagonia Reseach Center. Men werkt hier net als in Delgado mee aan wetenschappelijk onderzoek naar de dieren en hun leven en naar de invloed van de mens op de dieren.
De pinguins zijn hier in de periode vlak voordat ze naar het noorden vertrekken. De jongen zijn hier drie maanden geleden uitgebroed en daarna verzorgd. Zij zullen een dezer dagen – als ze helemaal nieuwe veren hebben – voor het eerst gaan zwemmen. Dat doen ze zonder instructie. Ze gaan de een na de ander het water in en kunnen “van huis uit” gelijk zwemmen en voedsel vergaren. Net als de zeeolifanten zit eea kennelijk in de genen.
Geweldig om zoveel pinguins bij elkaar te zien in hun doen en laten. We zijn er zo dichtbij dat je ze kan aanraken als je dat zou willen.
Een bijzonderheid die we van de gids horen is dat men de laatste jaren ziet dat af en toe de pinguins met elkaar paren zonder voortplantingsdoelen. Men kan dit niet verklaren; het is nog nooit vertoond. Hij vertelt dit omdat we een koppel zien paren en er verbaasd naar vragen.
Na deze excursie rijden we weer een heel stuk door de pampa terug.
In Pto Madryn leveren we de auto in, gaan eten en snel slapen.
De laatse volle dag hier werken we aan de blog, lopen rond en gaan ‘s middags een flinke wandeling langs het strand (Geer) en boulevard (Kees) maken naar het ecologisch centrum. Aardig om te zien, niet heel bijzonder. We wandelen langs de boulevard terug.
Dinsdagmorgen is het afsluiten en zorgen dat we om 1 uur op het busstation zijn.
Wat een heerlijk oord is Valdés! Het zijn niet alleen de beesten en de goede uitleg erover. Dat is natuurlijk fantatstisch. Maar het is vooral het geheel van in die wijdse omgeving zijn, met prachtig zomers weer. En de vrijheid die we in Punta Delgado hadden om te lopen in de duinen waar we willen, op paden of erbuiten.
Hieronder zie je een vijftal korte filmpjes, voor de liefhebbers.
De pinguins zijn hier in de periode vlak voordat ze naar het noorden vertrekken. De jongen zijn hier drie maanden geleden uitgebroed en daarna verzorgd. Zij zullen een dezer dagen – als ze helemaal nieuwe veren hebben – voor het eerst gaan zwemmen. Dat doen ze zonder instructie. Ze gaan de een na de ander het water in en kunnen “van huis uit” gelijk zwemmen en voedsel vergaren. Net als de zeeolifanten zit eea kennelijk in de genen.
Geweldig om zoveel pinguins bij elkaar te zien in hun doen en laten. We zijn er zo dichtbij dat je ze kan aanraken als je dat zou willen.
Een bijzonderheid die we van de gids horen is dat men de laatste jaren ziet dat af en toe de pinguins met elkaar paren zonder voortplantingsdoelen. Men kan dit niet verklaren; het is nog nooit vertoond. Hij vertelt dit omdat we een koppel zien paren en er verbaasd naar vragen.
Na deze excursie rijden we weer een heel stuk door de pampa terug.
In Pto Madryn leveren we de auto in, gaan eten en snel slapen.
De laatse volle dag hier werken we aan de blog, lopen rond en gaan ‘s middags een flinke wandeling langs het strand (Geer) en boulevard (Kees) maken naar het ecologisch centrum. Aardig om te zien, niet heel bijzonder. We wandelen langs de boulevard terug.
Dinsdagmorgen is het afsluiten en zorgen dat we om 1 uur op het busstation zijn.
Wat een heerlijk oord is Valdés! Het zijn niet alleen de beesten en de goede uitleg erover. Dat is natuurlijk fantatstisch. Maar het is vooral het geheel van in die wijdse omgeving zijn, met prachtig zomers weer. En de vrijheid die we in Punta Delgado hadden om te lopen in de duinen waar we willen, op paden of erbuiten.
Hieronder zie je een vijftal korte filmpjes, voor de liefhebbers.
Zee olifanten in Valdez: jongen spelen met elkaar
Zeeleeuwen in Valdez
Guanaco's in de pampa van Valdez
Magellaen Pinguins in Valdez