zaterdag 7 februari 2009

Zondag 1 Februari : Puerto Natales naar Ushuaia

Gisteren terug vanuit de zesdaagse wandeltocht in Torres del Paine en vanmorgern vertrekken we om 7:30 naar Ushuaia en dan gaan we door naar Puerto Williams om Geer’s verjaardag in de meest zuidelijke stad in de wereld te vieren. Dat met name leek Geer wel iets bijzonders om daar 65 te worden.
We vertrekken precies op tijd en gaan in Zuid-oostelijke richting naar Punta Arena. Het landschap wordt steeds vlakker, na ca 40km laten we de laatste berg achter ons. Het is een vlak gesleten landschap, zacht glooiend met regelmatig een meertje. Het land is wisselend van heel leeg, tot in cultuur gebracht, dwz een hekwerk met daar achter een groot aantal koeien en soms in het het hekwerk een verwijzing naar een boerderij met naam. Dan zie je een op twee huizen met stallen erbij of je ziet helemaal niets en alleen een weg verdwijnen achter de horizon. Het land is hier echt leeg het doet ons beiden denken aan Mongolië. Argentinië is qua land zo groot als India maar er wonen maar 39 millioen mensen waarvan de helf in Buenos Aires en omgeving. Dat komt hier sterk tot uiting.
Ca 50 km voor Punta Arena komt de assistent zeggen dat degene voor Ushuaia zich klaar moeten maken om in vijf minuten van bus te wisselen. We zijn dan ongeveer twee uur onderweg.
De bus stop links van de weg en draait achteruit een afslag in en uitstappen. Uit het niets komt een andere bus, waar we met ca 15 man bij moeten. Dat is de bus voor Ushuaia. Het is werkelijk een wisseling in de “middle of no-where”. Er zit reeds veel bagage in die bus dus het wordt persen en enkele zakken gaan naar achter in de bus waar een plaats vrij is en enkele zakken gaan verdwijnen voorin ergens in een hok. De rest van de bus zit vol. Alle andere passagiers waren in Punta Arena ingestapt.
De totale operatie duurt ca 10 minuten vanwege de problemen met de bagage maar dat is geen problem Er komt geen enkele auto langs. We rijden nog langs een meer en slaan af naar Punta Degada waar we met een veerpont de straat van Magellaan gaan oversteken.

Het is het noordelijk deel en de kapitein zegt bijna een halve Nautic Mile breed en voegt era an toe 800 meter. Het waait behoorlijk.
Wat al opvalt, direct in het begin, is dat de boot niet wordt vastgelegd, maar zijn laadklep laat zakken en het schip met langzaam draaiende moteren tegen de wal blijft drukken. Zo gaan wij aan boord en zo gaan de personen auto’s en vrachtwagens aan boord.

Voor en achterkant van het schip zijn gelijk, dus oversteken en er weer afrijden. De stuurhut staat aan de westkant. De stuurman zit achter zijn roer en kijkt vooruit, draait zijn stoel en neemt het andere roer over als hij terug gaat.

De Overkant van de Straat van Magellaan

We komen aan de overkant en de veerboot meert weer op dezelfde manier af.
Een of twee personeneauto’s rijden van de boot af en dan is onze bus aan de beurt en gebeurt het!!
Het is relatief laaag water, de oprij helling maakt een redelijke grote hoek met de laadklep die neer gelatin is. De bus rijdt er langzaam vanaf, voorwielen op het vaste land, achterwielen op de laadklep, de eerste van de twee achterwielen komen bijna los van het oppervlak en beginen te spinnen. De achterbumper raakt reeds het schip. En dan zit alles vast.

We gaan een half uur in waarbij de bus aan land moet.
1. Men legt hout onder het eerste achterwiel en perst de boot wat hoger tegen de wal, lukt niet
2. De bus gaat enkele keren heen en wer maar blijft voortdurend spinnen.
3. Boot vaart naar achter het water in en de bus gaat zover mogelijk terug. Dan volle kracht gaat de laadklep met bus de helling op en wodt de bus een stuk hoger gedropt, maar komt niet verder.
4. Deze zaken herhalen zich een paar maal, alle andere auro worden zover mogelijk naar achteren gestuurd om het voorschip omhoog te krijgen. Geen succes.
5. Een vrachtwagen aan de overkant wordt met een scheepsketting verbonden aan de voor-assen van de bus en nu wordt de bus afgesleept, het kost de bus wel zijn achterbumper. Die gaat over de laadklep en het polyester breekt evenals twee achterlichten.
6. Bus wordt links neergezet en achterbumper wordt gedemonteerd en blijft achter bij de ferry. Met een uurtje vertragging is het gelukt.

De andere vrachtwagens zijn allemaal van die Amerikaanse trucks trekker met oplegger. Daar zit het aandrijf wiel direct achter de cabine en is de afstand tussen voorwielen en achterwielen klein. Hen lukt het in een keer ervan af te rijden. Wel staan alle achterbumpers daar ook scheef, want ook die schuren over de laadklep. Maar daar wordt niemand meer warm of koud van.
Prachtig dit te zien en te zien hoe niemand daar warm of koud van wordt. De chauffeur en bijrijder pakken hun overall en klaren de job. Doorrijden weer.

Nog een stukje oponthoud als we de grens van Chili naar Argentinië overgaan bij San Sebastian maar dat loopt verder goed.
Dan het laatste stuk. Eerst verharde weg, daarna allemaal asfalt. Via Rio Grande naar Tolhuin. Dat hele stuk van ca 400 km is het een mooi glooiend groen landschap met veel schapen en koeien.
Dan na Tolhuin beginnen er weer redelijk hoge bergen te komen, vrij ineens. Die laatste 100 km moet de bus nog drie redelijke passen over en zien we weer veel sneeuw op de bergen liggen en dan bereiken we Ushuaia.
Het bord in de stad zegt 3040 km naar van Buneos Aires, Ruta 3 en 9161 km La Quirea (de grensovergang met Bolivia boven Salta waar we dichtbij zijn geweest in de huurauto).
Het is negen uur in de avond en nog helemaal licht. We lopen van het busstation naar onze B&B aan de 25 de Mayo 440, een stukje omhoog van het busstation. Het was weer een prachtige zonnige en enerverende dag. De B&B is prima een zeer hartelijke vrouw wijst ons de kamer met matriomonium (=tweepersoonsbed).

Geen opmerkingen: