We hebben kaartjes naar Los Antigues, dat is een uur of twaalf bussen. Het plan is daar twee nachten te blijven en dan door te gaan naar Bariloche. De stop in Los Antigues is om niet twee nachten in de bus te hoeven zitten. Los Antigues schijnt een rustig niet al te toeristisch plaatsje aan een meer te zijn waar je leuk kunt wandelen. En ze adverteren met frambozen en aardbeien. Uit dit verslag zal blijken dat het anders loopt.
Om tien over elf vrijdagavond staan we op de plaats waar de bus moet komen, samen met een stelletje andere backpackers. Het duurt even, het duurt langer, het gaat regenen (regenbroeken hebben we bij de hand). We raken aan de praat een Nieuwzeelandse advocaat van in de twintig. Gedrieën drinken we thee in de hal van een donker café, met uitzicht op de rugzakken. De rest van de mensen wacht ergens onder de rand van een huis. Onze Nieuwzeelandse gespreks partner heeft haar baan opgezegd, omdat ze advocaat zijn vervelend kantoorwerk vindt. Ze wil iets buiten doen. Ze is opgegroeid op een grote boerderij. Die overnemen zit er niet in, want dat doet haar broer al. Ze is – soms tot haar eigen verbazing – nu een van die backpackers die een jaar door Zuid-Amerika trekken om erachter te komen wat ze willen. Ze is al in Londen geweest, daar zou ze ook advocaten werk kunnen doen, maar Londen is het helemaal niet. Veel te druk.
Al pratend wordt het later en later, we wachten een uur, anderhalf uur en geen teken van wat dan ook. We zeggen tegen elkaar dat de bus best wel zal komen en ondertussen zijn we in gedachten bezig hoe de nacht door te brengen: weggaan en een slaapplaats zoeken? En als de bus dan komt? Een waakdienst instellen? In ieder geval zal het café om ca drie uur dichtgaan.
En natuurlijk komt de bus. Om kwart over een gaat er een gejuich op, als de bus eraan komt. Wat er aan de hand is geweest, daar komen we niet achter. We rijden de nacht in; het is een gewone bus waar deleuning wat naar achteren kan.
In de loop van de zaterdagmorgen praten we over wat we de rest van ons verblijf in Argentinië nog verder willen doen en komen erachter dat het plan om in Los Antigues uit te stappen niet optimaal is. Het maakt onze dagen te versnipperd. Waarom niet gelijk door naar Bariloche? In Petito Moreno, waar de bus om een uur of twee die middag aankomt moet iedereen die doorgaat naar Bariloche uitstappen. De bus gaat op en neer naar Los Antigues: mensen uit laten stappen en anderen ophalen. We overleggen met een van de twee chauffeurs en we kunnen een plaatsje in de bus die om vier uur naar Bariloche vertrekt krijgen. Dat is dus geregeld.
In de zon of in het busstation wachten we, Kees loopt naar het dorp om geld te trekken en om vier uur gaan we door.
Het landschap is de hele tocht de pampa, kaal, kaal, droog, droog. Later wordt het langzaamaan weer wat bergachtiger. Het meeste zien we niet, want het is donker.
Om tien over elf vrijdagavond staan we op de plaats waar de bus moet komen, samen met een stelletje andere backpackers. Het duurt even, het duurt langer, het gaat regenen (regenbroeken hebben we bij de hand). We raken aan de praat een Nieuwzeelandse advocaat van in de twintig. Gedrieën drinken we thee in de hal van een donker café, met uitzicht op de rugzakken. De rest van de mensen wacht ergens onder de rand van een huis. Onze Nieuwzeelandse gespreks partner heeft haar baan opgezegd, omdat ze advocaat zijn vervelend kantoorwerk vindt. Ze wil iets buiten doen. Ze is opgegroeid op een grote boerderij. Die overnemen zit er niet in, want dat doet haar broer al. Ze is – soms tot haar eigen verbazing – nu een van die backpackers die een jaar door Zuid-Amerika trekken om erachter te komen wat ze willen. Ze is al in Londen geweest, daar zou ze ook advocaten werk kunnen doen, maar Londen is het helemaal niet. Veel te druk.
Al pratend wordt het later en later, we wachten een uur, anderhalf uur en geen teken van wat dan ook. We zeggen tegen elkaar dat de bus best wel zal komen en ondertussen zijn we in gedachten bezig hoe de nacht door te brengen: weggaan en een slaapplaats zoeken? En als de bus dan komt? Een waakdienst instellen? In ieder geval zal het café om ca drie uur dichtgaan.
En natuurlijk komt de bus. Om kwart over een gaat er een gejuich op, als de bus eraan komt. Wat er aan de hand is geweest, daar komen we niet achter. We rijden de nacht in; het is een gewone bus waar deleuning wat naar achteren kan.
In de loop van de zaterdagmorgen praten we over wat we de rest van ons verblijf in Argentinië nog verder willen doen en komen erachter dat het plan om in Los Antigues uit te stappen niet optimaal is. Het maakt onze dagen te versnipperd. Waarom niet gelijk door naar Bariloche? In Petito Moreno, waar de bus om een uur of twee die middag aankomt moet iedereen die doorgaat naar Bariloche uitstappen. De bus gaat op en neer naar Los Antigues: mensen uit laten stappen en anderen ophalen. We overleggen met een van de twee chauffeurs en we kunnen een plaatsje in de bus die om vier uur naar Bariloche vertrekt krijgen. Dat is dus geregeld.
In de zon of in het busstation wachten we, Kees loopt naar het dorp om geld te trekken en om vier uur gaan we door.
Het landschap is de hele tocht de pampa, kaal, kaal, droog, droog. Later wordt het langzaamaan weer wat bergachtiger. Het meeste zien we niet, want het is donker.
De uitzichten zijn altijd mooi en afwisselend, de tijd gaat daardoor snel. Het eerste deel heel kaal en droog; redelijk vlak over het algemeen. Het laatste deel rijden we weer door de Andes door een prachtig steeds nauwer worden dal. Vooral het deel van El Bolson tot Bariloche is mooi. Naast de bergen een aantal meren een voorproefje van de omgeving rond Bariloche.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten