Kort daarna begint inderdaad het inschepen. We zijn met 213 passagiers en in een uur tijd is iedereen aan boord en heeft zijn hut gekregen. De vertrek tijd is 16:00, maar om tien voor vier varen we en is de draai manoeuvre gemaakt. Ook alle cargo en vrachtwagens zijn in die tijd aan boord gebracht. Een knap staaltje wat we niet helemaal hadden verwacht.
We verlaten Puerto Montt -gelegen op 41 graden, 28 minuten ZB en 72 graden 55 minuten WL - precies op tijd.
De boot vaart uit met prachtig weer, een heerlijk warm zonnetje begeleidt ons bij het verkennen van de boot. Deze is 123 meter lang en we schatten ca 25 meter breed. Later vertelt de Chief Engineer dat het schip uit Nederland komt en daar de Friesland heette. Negen jaar geleden is het naar Chili gebracht en is het passagiers gedeelte er in Chili tussen gebouwd door het oorspronkelijke schip in tweëen te zagen. Je kunt dat inderdaad nog zien, want vanaf het passagiers gedeelte naar de brug moet je een klein stukje schuin dek aflopen.
De passagiers zijn in vier lagen ondergebracht; wij hebben de tweede laag van boven. Een cabine met vier kooien voor ons tweëen - dat hadden we zo besteld in september want we wilden toch wel wat privacy.
We hadden ook douche en toilet gevraagd, maar die blijkt juist om de hoek te liggen. Je moet dus even de gang over voor het plasje en het douchen. Dit geldt voor alle cabines begrijpen we later.
Op het bovendek is de bar en ruimte om heerlijk aan dek te zijn. Het tweede dek heeft een beperkt aantal hutten en de eetzaal/evenementenzaal en wij slapen op het dek daaronder. Geluidsisolatie is prima, we hebben er goed geslapen. De maaltijden zijn op vaste momenten in twee groepen; heel basic.
De tocht
We varen om 15:50 weg uit Pto Montt en komen aan in Pto Natales om 15:00 uur; 71 uur later. Het schip maakt de derde dag een korte stop in Pto Eden van ca 1 uur om enkele goederen en passagiers in te nemen. Verder steevast gevaren met een snelheid van 13,5 tot 14 Nm. Steeds tussen kleinere en grotere eilanden en gedurende ca 12 uur buitengaats op de Pacific met veel deining, hoewel de wind gering is; windkracht tussen de 2 en 3.
Dus vertrek Pto Montt: 41 gr. 28 min. ZB en 72 gr. 55 min. WL
Meest westelijke punt op de Pacific: 74 gr. 18 min WL bij 46 gr. ZB.
Het meest zuidelijke punt na de Canal Union op de Paso Sobenes,
Op 52 gr. 10 ZB min. en 73 gr. 15,8 WL min.
Einddoel Pto Natales: op 51 gr. 43 ZB min en
We hebben toegang tot de brug van 08:00 tot 20:00. Het is leuk te zien hoe zij navigeren op automatische piloot en het overnemen op hand bij nauwe passages. Aanwezig zijn ook drie GPS-en, dieptemeter, twee radarschermen en mooie detailkaarten, etc. De GPS bepaalt de positie in graden en minuten. De minute gaan niet over in seconden maar in duizenden van een minuut.
Dit zijn de technische details.
De tocht is heel mooi.
In het beginias het fjord wat breder en wordt het omzoomd door vrij hoge bergen aan de oostzijde met regelmatig sneeuw toppen er achter, met aan de westzijde de eilanden met wat lagere toppen. Later worden de Canals of Paso’s zoals ze worden genoemd veel nauwer en is de koers vrij bochtig. Het schip wordt dan door een roerganger op de hand genomen.
Het is een heerlijk zonnige en heldere dag. Na het diner maar ruim voor zonsondergang krijgen we een goed zicht op de rokende vulkaan die in maart na 9000 jaar opnieuw uitgebarsten is. As is verspreid tot in Uraguay en enkele beweren dat de koude winter in US en Europa mede door die uitbarsting wordt veroorzaakt. De rook lijkt op een heldere wolk die steeds van onderop wordt vernieuwd en door de wind afbuigt in oostelijke richting en dan steeds donkerder wordt en al s een sliert boven het gebergte hangt.
De tweede dag hebben we veel bewolking soms ook laaghangend, met enkele mooie opklaringen en krijgen we geweldige “Hollandse” wolken luchten te zien, soms regent het een poosje.
Door deze bewolking krijgt het geheel iets mistieks, het doet ons ook regelmatig denken aan onze boottocht over de Yangzte rivier anderhalf jaar geleden. Tegen het einde van de tweede dag bereiken we de Pacific en begint het schip duidelijk meer te bewegen. Om vijf uur wordt omgeroepen dat er zeeziekte pilletjes bij de bar te krijgen zijn en dat het nu tijd is die in te nemen. Het is een lange deining, die in de loop van de avond sterker wordt. We merken het goed bij het naar bed gaan, maar als we de volgende ochtend wakker worden is het voorbij en varen we weer door relatief nauw water.
De derde dag hetzelfde bewolkte weer als gisteren. Kees is even als de vorige dag vaak in de stuurhut te vinden kijkend naar de navigatie en af en toe wat gesprekjes met de bemanning.
De derde dag hetzelfde bewolkte weer als gisteren. Kees is even als de vorige dag vaak in de stuurhut te vinden kijkend naar de navigatie en af en toe wat gesprekjes met de bemanning.
Tevens zijn we in staat de achterstand die we hadden met deze blog geheel in te lopen dankzij onze labtop die we weer kunnen gebruiken.
In de middag stoppen we nog bij Puerto Eden, een kleinplaatsje op een van de eilanden. Het doprje is geheel afhankelijk van de schepen die langskomen. Er liggen enkele mooie jachten in het kleine haventje.De Pio XI gletsjer
Rond zeven uur de derde dag varen we richting de Pio XI geltsjer, De grootste in Zuid-Amerika bericht de Chileense gids; sorry voor de Perino Morena (in Argentinië, die is juist iets kleiner. Het ijs loopt uit in zee, de hoogte is 90 meter en de breedte 5,5 kilometer de lengte is ca 15 kilometer.
Het is fascinerend de gletsjer te zien naderen: wit met steeds meer blauw in de ijsmassa en dit tussen de donkere omringende bergen. De gletsjer wordt steeds bredere met het dichterbij komen tot we na het passeren van een teen de volle breedte zien. De wind die van de gletsjer afwaait is ijzig koud. Prachtig zoals het blauw bijna kobaltachtig blauw dat zichtbaar is tussen de verse scheuren in het ijs. De ene scheur wat breder dan de andere, zwarte strepen op de toplaag: kennelijk loopt het ijs langs een berg en komt later weer bij elkaar.
In de middag stoppen we nog bij Puerto Eden, een kleinplaatsje op een van de eilanden. Het doprje is geheel afhankelijk van de schepen die langskomen. Er liggen enkele mooie jachten in het kleine haventje.De Pio XI gletsjer
Rond zeven uur de derde dag varen we richting de Pio XI geltsjer, De grootste in Zuid-Amerika bericht de Chileense gids; sorry voor de Perino Morena (in Argentinië, die is juist iets kleiner. Het ijs loopt uit in zee, de hoogte is 90 meter en de breedte 5,5 kilometer de lengte is ca 15 kilometer.
Het is fascinerend de gletsjer te zien naderen: wit met steeds meer blauw in de ijsmassa en dit tussen de donkere omringende bergen. De gletsjer wordt steeds bredere met het dichterbij komen tot we na het passeren van een teen de volle breedte zien. De wind die van de gletsjer afwaait is ijzig koud. Prachtig zoals het blauw bijna kobaltachtig blauw dat zichtbaar is tussen de verse scheuren in het ijs. De ene scheur wat breder dan de andere, zwarte strepen op de toplaag: kennelijk loopt het ijs langs een berg en komt later weer bij elkaar.
We moeten heel sterk denken aan het glas kunstwerk van Peter Bremer dat we drie jaar geleden kochten. Peter vertelde toen dat dit werk gemaakt is na een reis naar Antartica van hem en we herkennen zijn kombinative van kobalt blauw en wit in gemarmeerd glas.
De boot vaart tot relatief dicht tegen de gletsjer aan en draait dan zijn zijkant naar het ijs en vaart langzaam langs het geheel. Hier en daar drijven stukken ijs in het water. Het water heeft ook een merkwaardige grijze kleur. Van de gids begrijpen we dat deze kleur veroorzaakt wordt door het slijpsel van de gletsjer en de rotswand en in hoofdzaak uit kwarts stof bestaat.
Een fascinerend half uur zo op het dek dit natuur fenomeen te kunnen zien. In dit geval omgeven door wolken en grijs. Het felle blauw komt dus niet door de zonneschijn maar zit in het ijs zelf; het ontstaat door het gewicht van het ijs.
De gletsjers gaan ons eerste deel in zuid Zuid-Amereika bepalen.
De vierde en laatste dag op de boot. Het is weer prachtig weer, de bergen zijn wat lager geworden maar de besneeuwde toppen zijn in aantal veel groter.
Tevens zijn we in staat de achterstand die we hadden met deze blog geheel in te lopen dankzij onze labtop die we weer kunnen gebruiken.
In de middag stoppen we nog bij Puerto Eden, een kleinplaatsje op een van de eilanden. Het doprje is geheel afhankelijk van de schepen die langskomen. Er liggen enkele mooie jachten in het kleine haventje. We zitten op de hoogte van Nederland maar nu met de koude golfstroom, de Humblod, in plaats van de warme golfstroom die wij hebben en dat maakt het hier in de zomer heel wat kouder dan in Nederland. Via een zuidelijke passage gaan we weer noord varen door een nauwe engte die alleen bij daglicht mag worden gebruikt. Een 80 meter passage met een schip van 123 m lang en ca 25 meter breed.
Daarna weer meer open water en we zien Pto Natales aan de horizon liggen. Laagbouw, niet groot. Het schip meert met een wijde boog af tegen een voor haar gemaakte “strekdam”. De kapitein maakt een geweldige bocht en vaart tussen een grote boei en de kade, laat het anker vallen en een sleepboot trekt een kabel naar de boei en het achterschip. En vervolgens zakt het schip mede door de dwars wind langzaam naar de kade en meert vervolgens af. Om ca drie uur gaat de loopplank aan wal.
Een heel leuke tocht was ook deze boottocht weer van 70 uur.
De boot vaart tot relatief dicht tegen de gletsjer aan en draait dan zijn zijkant naar het ijs en vaart langzaam langs het geheel. Hier en daar drijven stukken ijs in het water. Het water heeft ook een merkwaardige grijze kleur. Van de gids begrijpen we dat deze kleur veroorzaakt wordt door het slijpsel van de gletsjer en de rotswand en in hoofdzaak uit kwarts stof bestaat.
Een fascinerend half uur zo op het dek dit natuur fenomeen te kunnen zien. In dit geval omgeven door wolken en grijs. Het felle blauw komt dus niet door de zonneschijn maar zit in het ijs zelf; het ontstaat door het gewicht van het ijs.
De gletsjers gaan ons eerste deel in zuid Zuid-Amereika bepalen.
De vierde en laatste dag op de boot. Het is weer prachtig weer, de bergen zijn wat lager geworden maar de besneeuwde toppen zijn in aantal veel groter.
Tevens zijn we in staat de achterstand die we hadden met deze blog geheel in te lopen dankzij onze labtop die we weer kunnen gebruiken.
In de middag stoppen we nog bij Puerto Eden, een kleinplaatsje op een van de eilanden. Het doprje is geheel afhankelijk van de schepen die langskomen. Er liggen enkele mooie jachten in het kleine haventje. We zitten op de hoogte van Nederland maar nu met de koude golfstroom, de Humblod, in plaats van de warme golfstroom die wij hebben en dat maakt het hier in de zomer heel wat kouder dan in Nederland. Via een zuidelijke passage gaan we weer noord varen door een nauwe engte die alleen bij daglicht mag worden gebruikt. Een 80 meter passage met een schip van 123 m lang en ca 25 meter breed.
Daarna weer meer open water en we zien Pto Natales aan de horizon liggen. Laagbouw, niet groot. Het schip meert met een wijde boog af tegen een voor haar gemaakte “strekdam”. De kapitein maakt een geweldige bocht en vaart tussen een grote boei en de kade, laat het anker vallen en een sleepboot trekt een kabel naar de boei en het achterschip. En vervolgens zakt het schip mede door de dwars wind langzaam naar de kade en meert vervolgens af. Om ca drie uur gaat de loopplank aan wal.
Een heel leuke tocht was ook deze boottocht weer van 70 uur.
1 opmerking:
prachtige foto's En Geer ben je op je verjaardag op het mooiste plekje van de wereld geweest? Nog van harte
liefs louky
Een reactie posten