woensdag 4 februari 2009

Donderdag 22 januari - zondag 25 januari: Puerto Natales

Daar zijn we dan in Puerto Natales, we zijn in Patagonië. We zitten ter hoogte van Maastricht, maar dan op het Zuidelijk halfrond.
In een paar dagen zijn we Chili van boven naar beneden doorgetrokken, eerst vliegen tot Santiago, dan 14 uur in de bus en tot slot 3 dagen op de boot. Ca 4000 km zuidelijker zijn we nu. Het gevoel dat we nu ongeveer op het zuidelijkste puntje van de wereld zijn. Dat is echter nog lang niet waar, want we gaan na de wandeling van volgende week nog een 14 uur bussen naar Ushuaia en dat is nog weer een 800 km verder naar beneden.
Wel klopt het gevoel dat het heel anders is dan tot nu toe. Waar zit dat in? Het weer is hier bijzonder, dat hadden we op de boot al gemerkt: het kan snoeihard waaien, de temperatuur kan daardoor sterk veranderen. We hebben zitten puffen in de zon en de dag daarna hebben we al onze kleren nodig op de boottocht die we maken!
Hier merken we ook meer dan in Bolivia en Peru dat het zomer is: het is om half elf nog niet donker. En ja, de hele atmosfeer is anders: de mensen gemoedelijk, de wegen rustiger (er zijn trouwens nauwelijks wegen - de leegte maakt het apart). En niet te vergeten de kerk is van binnen veel rustiger dan we in de rest van Zuid/Amerika gewend waren. In Santiago was het al veel minder protserig en hier kun je het bijna sober noemen.

Puerto Natales is zoals de naam al zegt een havenplaats. Behalve de grote Navimag boot waarmee we gekomen zijn, is het zo te zien vooral een klein vissersplaatsje.

De mensen leven er verder van de veeteelt, schapen en koeien. Die leven veelal op zgn settlements die hier in de vorige eeuw gesticht zijn door Spanjaarden of Duitsers. Veel namen herinneren daaraan, zoals Eberhard.
De eerste avond doet het dorp ons al aan Schiermonnikoog of een ander eiland met zee en vissers denken. Bijna allemaal houten huizen met golfplaat en veel kleuren, de sfeer in de koffiehuizen, de potkacheltjes, de bread & breakfast hostels, duinen en de wind die om je oren fluit. Behalve toeristen op doortocht zijn er niet veel mensen te bekennen op straat.

Wij blijven hier drie dagen. Dat is ook omdat we ruimte in het schema hebben gehouden voor het geval de boot hierheen vanwege slecht weer niet zou varen en we er zeker van willen zijn dat we de enige tocht die we van tevoren in Nederland besproken hebben – in Torres del Paine – niet willen missen.
Op donderdagavond gaan we eerst de tocht in Torres del Paine bevestigen op het reisbureau Andescape. Leuk om Jessica te ontmoeten met wie Geer zoveel heeft ge-emaild.

De rest van de donderdagavond en vrijdagmorgen zoeken we uit hoe we na Torres del Paine in Ushuaia kunnen komen en vandaar naar Puerto Williams. Via reisbureaus hier, onze reisgidsen en internet komen we achter een paar telefoonnummers die werken. Eerst lopen onze pogingen stuk op boten en vliegtuigjes die allemaal voor reeds meerdere dagen vol zijn of slechts eenmaal per week gaan. Dan lukt het met hulp van de eigenaar van het internetcafé om de boot van Ushuaia naar Puerto Williams te bespreken. Alle hotelnummers daar werken niet, dus dat proberen we later wel.
We hebben door het zoeken naar de mogelijkheden het plaatsje al een paar keer goed doorgelopen.
Vrijdags besteden we verder aan het werken aan de blog en het wandelen langs de zee. We zien heel veel zwanen met zwarte nek, maken er zelfs een filmpje van (zie beneden aan dit hoofdstuk). Ze heten Cisne Cuello Negro.

Theedrinken doen we ook aan zee, met een prachtig uitzicht op de bergen, zittend in de stralende zon. We zien een berg met drie gletsjers door de kijker.

We komen in een geweldig modern restaurant (Indigo) aan zee terecht om heerlijk te borrelen en vis te eten gedurende de zonsondergang. Een fantastsich gezicht.

De tweede dag hier – zaterdag – maken we een mooie dagtocht naar de twee gletsjers die we de vorige dag al met de verrekijker hebben bestudeerd: de Balmaceda en de Serrano.
‘s Morgens om acht uur vertrekken we met een bus naar een nabijgelegen haventje en dan gaan we met veel andere mensen op de boot. Door Kees zijn aandringen mogen we boven zitten, veel aangenamer dan in het donkere beneden. Het is een ca 3 uur varen, altijd verder dan je denkt als je het met de kijker ziet. We varen door een fjord ten Noorden van Puerto Natales. Eerst langs minder hoge, groene heuvels en bergen en dan komen we dichterbij. We varen nog langzaam langs een van de mooie watervallen die van de bergen stromen.
Het is ijzig koud als je op de voorplecht staat;de boot vaart redelijk snel en we hebben tegenwind. Het is goed dat we goede warme kleding bij ons hebben.
En dan liggen we een tijdje stil langs de Balmaceda gletsjer. Volgens de documentatie liep de gletser 20 jaar geleden nog tot op het water uit, nu is zij een behoorlijk stuk land inwaarts teruggetrokken. Hij is indrukwekkend. Je kunt ook goed zien dat hij in de loop der jaren al een stuk kleiner is geworden aan de gladde stenen aan de zijkanten en onderkant die niet begroeid zijn. Deze gletsjer en ook de volgende is veel kleiner dan die de Pio XI die we op de boot naar Puerto Natales zagen. Dat is verder geen punt, want het is even mooi met prachtige kobaltblauwe glans.
de Balmaceda gletsjer


Bij de tweede gletsjer, de Serrano , stappen we uit en daar kunnen we in een 20 minuten naar de gletsjer tot op een paar meter afstand toe wandelen. Wederom spectaculair.

de Serrano gletsjer

een brok ijs dat van de gletsjer is afgebroken

De gidsen willen niet dat we al te dicht bij het meer komen dat is te gevaarlijk: als er een groot stuk afvalt heb je een klein vloedgolfje en kun je worden meegesleurd. Kees wil toch graag de gehele gletser zien en klimt naar een plek waar dat het geval is (zie ook filmpje beneden aan dit hoofdstuk). Een van de begeleiddende gidsen komt kijken of het wel goed gaat.


Kees loopt wat later terug dan Geer en ziet plotseling twee condors redelijk dichtbij. Kan Geer op het kronkelpad niet meer bereiken, ziet een steen en kan de condors liggend bekijken met de verrekijker. Prachtig zoals die grote vogels door de lucht zweven en de termiek gebruiken. Van onderaf zijn ze zwart met een klein wit streepje in de nek. De brede vleugels eindigen heel mooi in een achttal grote veren die als vingers uit de vleugels steken en die hij/zij gebruikt om de rondjes te draaien. Af en toe laat een vogel zijn rug even zien en zie je de grote witte driehoek. Dit alles tegen een blauwe lucht met witte wolken en af en toe een donkere bergwand. Ik denk ca 15 minuten de vogels zo te hebben gevolgd als de gids verontschuldigend vraagt om ook verder te gaan; ik ben inmiddels de laatste. Hij vertelt nog dat het geluk hebben is ze hier te zien. Dat gebeurt niet vaak. Prachtig nog mooier en dichterbij dan bij Colca Cayon.

We varen dezelfde prachtige tocht weer terug met een onderbreking voor een lunch, lekker geroosterd schapenvlees op hele grote roosters voor zo’n 100 a 150 mensen. We kijken terug op de bergen en gletsjers die nu in de zon liggen en niet meer in de soms donkere wolken zoals op de heenweg. En we vragen ons af hoe het hier ‘s winters zal zijn als alle bergen onder een dikke laag sneeuw zullen liggen. Dat moet ook fantastisch zijn, alleen wel steenkoud.

Zondag slapen we lekker uit en gaan ‘s ochtends internetten.
‘s Middags maken we een wandeling naar de oude vissershaven en we maken ons gereed voor de grote wandeling die voor de deur staat. Schoenen worden ingevet, alle regen- en warme kleren worden ingepakt en het pakket dat hier blijft geven we bij de hostal af.
We kijken met spanning uit naar de komende dagen.


Geen opmerkingen: