maandag 23 februari 2009

Woensdag 11 - vrijdag 13 februari: El Chaltèn – Fitz Roy

Van ons hotel lopen we om 7.10 naar het busstation, vlakbij. Om half acht vertrekken we voor een tocht van 3,5 uur door heuvels en steppen: eerst langs het Lago Argentina, bijna langs het vliegveld waar we vanuit Ushuaia aankwamen, dan naar het noorden over de rivier Santa Cruz en vervolgens langs de rivier Leona. Dan weer linksaf naar het westen langs de noordoever van het Viedmameer. We hebben nog een korte stop bij de Leona rivier, die flink stroomt. Alle water van de bergen van het Parque Nacional Los Glaciares/ de Cordillera de los Andes wateren via de de twee genoemde meren in de Santa Cruz uit (het Viedmameer watert via de rivier Leona in het Lago Argentina uit). En de Santa Cruz loopt naar de Atlantische Oceaan. Een leuke stop om even langs de rivier te wandelen. Het waait flink en de zon schijnt . Dan weer verder door de droge steppen waar niemand woont en je in 2 uur een in de verte een estancia of drie (een boerderij met een paar gebouwen en huizen) tegenkomt.


In El Chaltèn krijgen we eerst info over het Nationale Park – alle bussen die aankomen krijgen dat automatisch - o.a. over welke tochten er zijn, voor welke tochten je je eerst moet melden bij het centrum en vooral dat je het park schoon moet houden.
Na onze intrek in hostel/refuge Patagonia genomen te hebben, lopen we door het dorp. Dat is pas in de tachtiger jaren gecreëerd om het park van de Argentijnse kant uit toegankelijk voor toeristen te maken en een duidelijk signaal aan Chili te geven dat dit deel bij Argentië hoort. Er zijn alleen hotels en andere logementen en verder winkels en restaurants.

We proberen de ATM machine en nog een paar van die dingen, daarna maken we in de tweede helft van de middag nog een wandeling van 2 uur naar een waterval. Redelijk dichtbij het dorp. Inmiddels waait het dat het rookt, wat de dagen in El Chaltèn ook niet meer zal ophouden. We hebben tegenwind en dat is niet aangenaam. We komen nauwelijks vooruit en de stofwolken met klein gruis slaan in ons gezicht. Dit is vooral het eerste stuk, langs de rivier de Vuella. Daarna lopen we door het bos en valt de wind mee. We kunnen tot bovenop de waterval klimmen en zien hem naar beneden kletteren.
Op de terugweg is het beginnen te regenen en we worden terug naar het dorp geblazen.

De donderdag (2e dag) hebben we een busje besproken dat ons naar het begin van de wandeling naar de Laguna Los Tres zal brengen. Vandaar kun je de Fitz Roy prachtig zien liggen. Het giet en stormt de hele nacht. ‘s Morgens vroeg lukt het het busje een dag uit te stellen. We duiken weer in de kooi en gaan wat aan ons dagboek werken: de een op de kamer, de ander in een internetcafé.
Na de lucnh lijkt het wat op te klaren. We zien zelfs een stuk van de grote pieken van de Fitz Roy; een kwartiertje, dan zijn ze weer in de mist. We trekken de regenkleding aan en gaan op weg naar het Laguna Torres vanwaar je de grote Cerro de Torres mooi kunt zien. De wandeling hadden we reeds uitgezocht voor morgen, een makkelijke wandeling van zes uur heen en terug.

Het is een mooie wandeling door het bos. We zien onderweg de prachtige specht met rode kop die we al zoveel op plaatjes gezien hebben in het echt. Hij maakt ongelofelijk snel en met veel kabaal een groot gat in de boom (zie en hoor het filmpje aan het eind van dit hoofdstuk – als het lukt dit te laden).nog nooit zó dichtbij en zó mooi gezien.


Door flink door te stappen doen we nog het grootste stuk van de wandeling. We zien de gletsjer, maar lopen niet door tot het meer, omdat het al laat is en omdat de Torrres zelf in de wolken zit en we er bij het meer niet meer van zullen zien.


Even denken we een glimp te zien, maar dan wordt het steeds mistiger. Het regent ook weer. Niet keihard, wel gestaag. Terug in het dorp zijn we zeer tevreden dat we deze dag toch nog lekker naar buiten zijn geweest.

De vrijdag (3e dag) is het weer iets beter. We besluiten hoe dan ook de wandeling naar Laguna Los Tres te maken. Het busje brengt ons tot het begin van de wandeling, waar we in het prachtige hostel El Pilar bij het haardvuur een heerlijk kopje koffie drinken alvorens de ruige en natte tocht te aanvaarden. We filosoferen over het: “je hier een paar dagen laten verwennen, lekkere wandelingen te maken en ‘s avonds bij de haard een glas wijn te drinken”.

Dan toch op pad, capuchons op en regenbroeken aan. De tocht gaat eerst langs de Rio Blanco, weer door het prachtige bos.
De rio Blanco stroomt, evenals de Fitz Roy waar we ‘s middags langs lopen, in de rivier de Vuealla die in het Viedmameer uitkomt.


We kijken al gauw uit op de Piedras Blancas. De gletsjer althans, de top zit in de wolken. Je ziet heel goed hoe de gletsjer in een meertje uitkomt en hoe het water van daaruit de direct na de gletsjer liggende morenenlaag steeds verder heeft uitgesleten op zijn weg naar de Rio Blanco. Prachtig dit zo te kunnen zien en te zien hoe diep het is uitgesleten en hoe het uitslijten nog steeds doorgaat. De begroeiing is nihil op de doorgebroken vlakken.

De eerste uren stijgen we geleidelijk 400 meter. Dan steken we de Rio Blanco over en begint de echte klim van 400 meter over korte afstand, steil dus.


We hebben afgesproken dat als de klim over gladde stenen gaat – wat we verwachten – we teruggaan en ook als de wind te hard wordt; te gevaarlijk. Bij het centrum hadden ze ons hiervoor gewaarschuwd. Maar het pad is heel goed. Eerst door het bos en dan door kaal berglandschap naar het Laguna Los Tres. Daar aangekomen hebben we mooi uitzicht op het meer en de gletsjer Fitz Roy. Van de top zelf krijgen we zoals verwacht niets te zien. Even zien we het platte stuke piek onder de echte top, althans dat denken of verbeelden we ons. Het is een snoeikoude ijswind, zeker als we nog een klein klimmetje verder langs het meer maken om om de hoek naar het Laguna Sucia te kijken. Je kunt op die plek mooi het lichtere groen van het ene en het donkere groen van het andere meer zien.


Dan de tocht naar beneden, nu de wind meestal niet meer op kop maar in de rug. We lunchen daarna in een berghut met een praatje met de werklieden daar: men maakt de grond met schoppen gereed om de lenga in te zaaien en zo het bos en de trails in stand te houden en erosie te voorkomen.
De tocht gaat verder door het mooie dal van de Rio Fitz Roy.

We zien terwijl we door de regen lopen in de verte de bergen achter El Chaltèn en het Viedmameer in de stralende zon liggen. Voor de toeristenindustrie betekent dit fenomeen, dat als de bergen niet te zien zijn, men tochten op het meer naar de gletsjer extra adverteert.
In een paar uur zijn we terug in het dorp.

Het is de dag van vertrek, alles is al ingepakt. In het hostel pakken we wat om en om elf uur ‘s avonds stappen we met de rugzak op naar de plaats waar de nachtbus naar Los Antigues en Bariloche komt. Maar voor we weggaan dineren we nog lekker in het zelfde restaurant naast het hostel dat ons gisteravond zo goed was bevallen.

Terugkijkens op het verblijf in El Chaltèn: iedereen komt hier om de geweldige Fitz Roy met zijn prachtige toppen te bewonderen. Net zo mooi als de Torres del Paine (sommigen zeggen: nog mooier). Maar net als vele anderen krijgen wij de Grote Meester niet te zien. Jammer natuurlijk, maar we hebben ruim 2 prachtige dagen gehad met mooie wandelingen en gletsjers en bergen in de mist. Zeer de moeite waard en een goed afscheid van de hoge sneeuwbergen van Patagonië waar we een paar weken in hebben vertoefd.



Voor het geheugen hieronder nog 2 foto's van de Fitz Roy vanaf internet: zo ziet hij eruit. En daaronder het filmpje van de rode specht.


Geen opmerkingen: